Het gevaar van fysieke activiteit bij energizers (en een alternatief)

Energizers: de één vindt ze geweldig, bij de ander roepen ze vooral weerstand op.

Daarover schreef ik in mijn vorige blogartikel: Energizers – zo zet je ze in zonder weerstand

Maar wat nu als je het echt belangrijk acht dat je deelnemers even letterlijk en figuurlijk in beweging komen?

Je wilt tijdens een schakelmoment (een overgang van het ene trainingsonderdeel naar het andere trainingsonderdeel) in je training groepjes formeren met behulp van een energizer die echt actief is, maar je wilt geen weerstand oproepen bij je deelnemers.

Anke Fokkens liet daarover de volgende reactie achter:

Dank voor de energizers. Ik denk er precies hetzelfde over. Leuk idee om energizers in te zetten voor het schakelmoment. Zijn er ook nog fysieke energizers (waarbij je echt even moet springen ofzo) die je hiervoor kunt gebruiken?

Ik herken die vraag, want ook ik hou van zulke energizers.

En tegelijk weet ik dat juist dat soort vormen veel weerstand kunnen oproepen.

Daar komt bij, dat zulke energizers niet voor iedereen mogelijk zijn. Je kan zomaar een deelnemer treffen die fysiek niet in staat is tot activiteiten waarbij men moet rennen of springen, en dat kun je lang niet altijd aan iemand zien.

Als je kiest voor zo’n vorm en er blijkt iemand niet mee te kunnen doen, dan sluit je zo iemand onbedoeld buiten.

Mijn antwoord op Ankes vraag is daarom: ze zijn er wel, maar ik gebruik ze liever niet.

Liever gebruik ik een energizer, waarbij de deelnemers wel van hun plek opstaan en in beweging komen, maar waarbij men zelf kan bepalen hoe fanatiek men dat doet.

In het vorige blogartikel heb ik daarvan 4 voorbeelden aangereikt. In dit blogartikel voeg ik er nog één aan toe:

Stille kleuren

• Plak bij elke deelnemer een gekleurd markeringspunt (klein rond gekleurd stickertje zoals op de foto, bijvoorbeeld verkrijgbaar bij Etikettenworld) midden op de rug. De deelnemers met dezelfde kleur vormen straks samen een groepje, dus bedenk vooraf hoeveel van elke kleur je nodig hebt. Voor 4 groepjes van 3 deelnemers heb je dus 4 kleuren nodig, en van elke kleur 3 stickertjes.
• Geef de deelnemers de volgende instructie:
  • Op je rug zit een stip in een bepaalde kleur.
  • Je gaat straks op zoek naar degenen die dezelfde kleur als jij op hun rug hebben. Met hen vorm je een groepje van 3 (of een ander aantal) personen.
  • Dat doe je in stilte. Je mag niets zeggen, maar je mag wel gebaren. Je kunt bijvoorbeeld 2 deelnemers met dezelfde kleur gebaren dat zij bij elkaar horen.
  • Als je groepje compleet is ga je bij elkaar zitten.
• Tip: zorg dat de instructie voor het vervolg al klaar staat op de beamer of elders, zodat men direct aan het werk kan.

Mijn ervaring is, dat sommige deelnemers direct opspringen en enthousiast aan het werk gaan om anderen te gebaren bij wie ze horen, en dat andere deelnemers een wat afwachtender houding aannemen. Allebei is goed. Het energieniveau van de hele groep stijgt en het maken van de groepjes is een nuttige onderbreking van (of eigenlijk: overgang in) de training.

Mocht je toch echt meer fysieke activiteit willen, kies dan voor een nuttige werkvorm waarbij deelnemers vanzelf fanatiek worden. Ook daarbij kan iedereen zelf bepalen hoe fanatiek men meedoet. Mijn favoriet in die categorie heb ik 2 jaar geleden hier gepubliceerd: kennisknikkers.

Vond je dit artikel waardevol? Deel het dan met andere trainers voor wie het eveneens waardevol kan zijn. Dat kan bijvoorbeeld via LinkedIn, Facebook, Twitter of Google+. Hartelijk dank daarvoor!